Dit is weer een bericht speciaal voor de kinderen. Een voorleesverhaal. Roep ze er maar bij!
Ken je Molly al? Molly kan jou helpen, als je ergens mee zit. Want Molly kent heel veel kinderen die ook ergens mee zitten. En jij krijgt te horen hoe ze dat hebben opgelost. Zodat jij dat misschien ook kan gebruiken. Voor jezelf, of voor iemand anders. Molly heeft ook al een ander verhaaltje. Dat kun je hier lezen.
‘Goedemorgen juf Jet!’ ‘Goedemorgen Molly. ‘Is Meg al in de
klas?’ “Nou kijk maar even, dan zie je het vanzelf.’ Meggie’s plek is nog leeg.
Maar als ze door het raam van de klas naar buiten kijkt ziet ze Meggie aan
komen lopen. Ze kijkt verdrietig. En boos zelfs een beetje. Haar papa heeft
zijn hand op haar rug en een frons tussen zijn ogen. Als Meggie de juf een hand
geeft bij de deur, ziet Molly dat de juf heel erg naar Meggie’s gezicht kijkt.
Maar ze zegt er niks over. 'Wat heb jij daar mooie rozen in je haar! ’Juf Jet
is dol op rozen. Dat weet Molly wel, want ze draagt bijna elke dag wel iets met
rozen. Net als haar beste vriendin trouwens. Vandaag dus in haar haar. Meggie gaat
zitten. Er kan nog geen lachje vanaf. Ze zegt niks en kijkt naar haar tafel. De
juf doet de deur dicht en ze gaan aan het werk. Ken je Molly al? Molly kan jou helpen, als je ergens mee zit. Want Molly kent heel veel kinderen die ook ergens mee zitten. En jij krijgt te horen hoe ze dat hebben opgelost. Zodat jij dat misschien ook kan gebruiken. Voor jezelf, of voor iemand anders. Molly heeft ook al een ander verhaaltje. Dat kun je hier lezen.
‘Meg, wat is er? Je
kijkt verdrietig en je zegt helemaal niks.’ vraagt Molly als ze in de pauze
naar buiten lopen. Meggie zucht. Molly
weet dat Meggie het wel zal vertellen daarom wacht ze rustig af terwijl ze
naast haar loopt. En jahoor... Na een paar zuchten kijkt Meggie haar aan. Met
grote traanogen. ‘Ik weet het eigenijk niet Mol. Maar ik heb altijd zo’n
buikpijn in de ochtend.’ ‘Maar je weet niet hoe dat komt?’ 'Nee , ik weet niet
hoe dat komt. Ik weet wel dat het alleen op schooldagen is.’ Daar komt juf Jet
net aan. 'Hee, Meggie, mag ik je wat vragen over wat ik je net hoorde zeggen?’
‘Wat dan?’ ‘Je vertelde net dat je zo'n pijn in je buik hebt. Kun je mij vertellen hoe die pijn eruit ziet?' Meggie kijkt haar juf met een gek gezicht aan. 'Maar ik voel het alleen maar. Ik zie het niet hoor!' 'Nee, dat weet ik wel. Maar als je het wel kon zien, hoe zou het er dan uizien?'
'Begin
maar eens met aanwijzen waar je het voelt. ' Meggie wijst naar een plekje op haar buik. Als
de juf daarna vraagt hoe groot het is en welke kleur en vorm het heeft vertelt Meggie van alles over de
buikpijn. En de juf blijft er vragen over stellen. ‘Jee, Meg dat je dat zo goed
weet! ’zegt Molly als ze naar binnen
lopen. 'Ja, nou hè!' zegt Meggie met een voorzichtig lachje.
Onder het werken gaat de juf bij Meggie aan tafel zitten. Ze
zitten zacht met elkaar te praten. Als juf wegloopt ziet Molly ziet dat Meggie
haar kleurpotloden pakt. Ze tekent met het
puntje van haar tong uit haar mond een prachtige rode roos. Ze is er
best lang mee bezig maar de juf zegt er niets van als ze langsloopt. ‘Ik vind
hem echt heel mooi’ zegt Molly terwijl ze naar de rekenkast loopt. Meggie kijkt
haar glunderend aan. ‘Ja hè. Deze roos komt
in mijn buik. Op de plek van mijn pijn.' ‘Maar waar is je pijn dan?' ‘Die
heb ik samen met de juf weggegooid. Daarna heb ik het plekje gepoetst en nu kan
deze roos er dus in.’ Molly vindt het best een beetje raar. Maar ach, wat maakt dat uit. Als het Meggie maar helpt.
‘Goedemorgen juf Jet!’ ‘Goedemorgen Molly.' ‘Is Meg al in de
klas?’ “Nou kijk maar even, dan zie je het vanzelf.’ Meggie zit op haar plekje naar haar tekening te kijken. Op het bureau van de juf staat een vaasje met rozen. Zelfgemaakt. Die kunnen maar van één iemand zijn.